Historie - HSC'21

Historie



1878 tot 1921
Als voetbal in 1878 in Nederland wordt geïntroduceerd op kostschool Noordthey in Voorschoten, is de nieuwe sport een aangelegenheid voor de rijkere klasse. In de eerste decennia dat er in Nederland wordt gevoetbald blijft dat ook zo. De arbeidersklasse is van 's morgens vroeg tot 's avonds laat onder slechte omstandigheden aan het werk in de fabriek en heeft überhaupt geen tijd om aan triviale dingen als voetbal te kunnen doen.

Zo rond 1910 verandert dat langzaam. De welvaart neemt toe, sociale voorzieningen worden stukje bij beetje ingevoerd en de vrije tijd neemt ook voor Jan met de pet toe. In 1903 wordt in Haaksbergen de eerste voetbalclub opgericht onder de naam Excelsior, het latere vv Haaksbergen. Deze vereniging afficheert zich als openbaar, maar in werkelijkheid betekent openbaar niet dat iedereen even welkom is. In de verzuilde wereld die Nederland in die tijd is, is het voor de katholieke Haaksbergse jeugd niet logisch en gewenst lid te worden van deze club.

Daarom besluit in het midden van de jaren tien een groep jongens van katholieke afkomst zelf maar een voetbalclub op te richten onder de naam Geel Zwart. Aanvankelijk werken zij hun wedstrijden af op een stuk braakliggend terrein daar waar nu het Zwarteland is en later aan de Enschedesestraat ter hoogte van de Veldmaat. Hoewel er geen sprake is van een goed georganiseerde club met een stevige basis neemt Geel Zwart wel deel aan de eerste competitie van de RKUVB (Rooms Katholieke Utrechtse Voetbalbond) die zojuist is opgericht. Gebrek aan spelers noopt Geel Zwart al na één weinig succesvol jaar de pijp aan Maarten te geven.

Vier jaar later wordt uit de brokstukken van Geel Zwart een nieuwe club opgericht: DIO (Door Inspanning Ontspanning). De gevolgen van de eerste wereldoorlog zijn grotendeels uitgewerkt en de economie zit in de lift. De omstandigheden om een nieuwe start te maken zijn dan ook een stuk beter dan in 1915, toen door de mobilisatie de voetbalclubs voortdurend spelers kwijtraken. Uiteraard wordt er weer aangeklopt bij de katholieke RKUVB (Rooms Katholieke Utrechtse Voetbalbond), dat inmiddels onderdeel is van de overkoepelende Rooms Katholieke Federatie (RKF). De plaatselijke geestelijkheid heeft echter ook een forse vinger in de pap, dus voordat de aanmelding een feit is, moet er eerst overleg worden gevoerd met de pastoor. Als die er van overtuigd is dat het kerkbezoek niet in het gedrang komt door het voetballen kan DIO officieel worden opgericht en wel op 21 juni 1921.



De elftallen van DIO en Golto bij de oprichtingswedstrijd in 1921.

Nog diezelfde week is de eerste rel geboren. De feestelijkheden die worden gehouden naar aanleiding van de officiële oprichting worden na het vertrek de van de ook aanwezige geestelijken iets te uitbundig voortgezet. Althans in de ogen van Kapelaan Swilders die uit voorzorg toch maar in de buurt is gebleven. Er wordt zelfs gedanst, in die dagen ongeveer toppunt van onzedelijkheid. Het voltallige bestuur moet daarom de volgende dag op het matje komen bij de pastoor om een stevige reprimande te ontvangen. Zelfs in de zondagse kerkdienst wordt het normvervagende gedrag van de spelers aan de kaak gesteld, zodat ook de ouders van de spelers te weten komen wat er is gebeurd.

1921 tot 1940
DIO mag beginnen in de Twentse afdeling van de RKUVB. Tegenstanders zijn al lang vergeten clubs als Golto (Hengelo), Effecto 2 (Delden) en Almelonia 2 (Almelo). Gespeeld wordt er inmiddels op de Hofstede, het terrein van boer Zuthof in de huidige wijk Hassinkbrink. De tegenstanders mogen zich omkleden in Café Hollink aan de Goorseweg, de spelers van HAC worden geacht zich thuis al in het - dan nog steeds - geel-zwarte tenue te hijsen. Een trainer is er niet, de spelers onderrichten zichzelf met een uit de clubkas aangeschafte en op Engelse leest geschoeide handleiding. Deze handleiding blijkt toch zijn waarde te hebben want binnen enkele jaren klimt de inmiddels tot HAC omgedoopte club naar de tweede klasse van de RKF. In 1930 behaalt HAC het kampioenschap van de tweede klasse van de RKF (later: RKIVCB), maar in de beslissingswedstrijden blijkt het Ulftse SDOUC - met 1-0 en liefst 7-1 - tot twee keer toe te sterk. HAC loopt daardoor promotie naar het hoogste niveau van het katholieke voetbal mis.

Een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis is de verhuizing naar het Scholtenhagen in 1927. Het eerste veld ligt aan het Dievelaarslaantje, het huidige tweede veld. Met de ingebruikname van dit veld wordt ook gestart met het jaarlijkse toernooi om de Jhr. von Heydenbeker. Dit toernooi kan rekenen op grote belangstelling van het publiek omdat er wordt gespeeld tegen de buurtclubs VV Haaksbergen, Eibergse Boys en SC Neede. Clubs die HAC om verschillende redenen in competitieverband nooit treft.

Vanaf de latere jaren '20 wordt HAC in organisatorisch opzicht sterk en stabiel. Verantwoordelijk hiervoor is voorzitter Huisintveld, die de nodige bestuurlijke en diplomatieke ervaring in zijn bagage heeft. In het dagelijks leven schopt Huisintveld het zelfs tot lid van Gedeputeerde Staten. Toch heeft het sterke karakter van deze man ook zijn nadelen. Zijn eigengereide optreden leidt in 1932 tot een splitsing van zielen binnen de club. De onenigheid loopt uit de hand als de plannen om een tweede veld aan te leggen concreet worden. Een aantal mondige leden van HAC ondersteunt dit niet, vanwege de financiële risico's die dit met zich meebrengt. Het veld zou er toch komen, maar rustig wordt het ook daarna niet. De spanningen blijven bestaan en twee jaar na de aanleg van het tweede veld besluit een groep tegenstanders zich   af te splitsen van HAC om onder de naam HVC (Haaksbergse voetbalclub) zelfstandig deel te nemen aan de competitie.



Een elftalfoto van de "muitersclub" HVC.

HVC start in de kelder van de katholieke bond - in de 3e klasse van de RKUVB. Twee kampioenschappen verder komen zij HAC in 1937 tegen, want na de scheuring gaat het in sportief opzicht met de moedervereniging in rap tempo bergafwaarts (in het seizoen 1936-1937 wint HAC zelfs geen duel). De burenruzie bereikt zijn kookpunt in 1939 als beide clubs in een onderling treffen moeten uitmaken wie er promoveert naar de tweede klasse van de RKIVCB. HVC verslaat op het veld van TVO in Beckum HAC met 1-0 en overvleugelt hiermee de moederclub.

Niet lang daarna vind het bisdom het echter welletjes. Onder druk van de geestelijke leiders en het bondsbestuur worden beide verenigingen met stevige dwang weer samengevoegd. Dit gaat desondanks zonder problemen. De strijdbijl wordt opgelucht begraven en met vereende krachten wordt een nieuwe club opgericht. Deze wordt RKHSC gedoopt en de clubkleuren worden veranderd in groen-wit. De fusieclub, die de plek van HVC overneemt in de competitie, blijkt een sterke selectie op de been te brengen en maakt het seizoen sterk af, met een tweede plaats in de eindrangschikking tot gevolg. Maar nog voordat de competitie is afgelopen maakt op 10 mei 1940 het begin van de tweede wereldoorlog een abrupt einde maakt aan de competitie.

1940-1970
Oorlog of geen oorlog: in het najaar van 1940 gaat de competitie weer 'gewoon' van start. Om de eenheid in het land te bevorderen worden alle levensbeschouwelijke voetbalbonden samengevoegd met de neutrale moederbond en verenigd in de NVB (de K van koninklijke is tussen 1940 en 1945  taboe). RKHSC wordt ingedeeld in de derde klasse. Dat blijkt te hoog gegrepen en al in het eerste jaar degradeert de club nadat in drie beslissingsduels Varsseveld zeer nipt sterker was gebleken.

Na de degradatie naar de vierde klasse breken voor RKHSC de tijden van windstilheid aan. Daar waar de eerste twintig jaren in het bestaan van de vereniging in het teken staan van rumoer - kampioenschappen, degradaties, naamswijzigingen, conflicten - is RKHSC nu in een rustig vaarwater beland. Exact dertig jaar bivakkeert de club in de vierde klasse. In 1946 is de club nog één keer heel dicht bij een kampioenschap, maar de zenuwen zakken de spelers op het beslissende moment in de benen. In de laatste wedstrijd is een overwinning op Hector voldoende, maar in Goor gaat RKHSC met 1-0 onderuit. Het duizendkoppige HSC-legioen is ontgoocheld en druipt diep teleurgesteld af.

In de jaren vijftig en zestig is RKHSC een vereniging met weinig ambities. Gezelligheid viert de boventoon de vele derby's die met name in de jaren vijftig worden gespeeld zorgen voor voldoende interessante wedstrijden. Vanaf het midden van de jaren zestig kruipt RKHSC langzaam uit zijn schulp. In 1965 wordt door burgemeester Eenhuis het idee van een fusie tussen vv Haaksbergen, Bon Boys en HSC'21 geopperd, omdat alle drie clubs sterk groeien en behoefte hebben aan uitbreiding van hun accommodatie. Hoewel Bon Boys al vroeg afhaakt, wordt er tussen HSC'21 en vv Haaksbergen langdurig gesproken over een fusie. Door gekissebis over details en onderling wantrouwen wordt de fusie uiteindelijk afgeblazen. In plaats daarvan worden de verschillen tussen de clubs weer aangewakkerd. Zowel vv Haaksbergen als RKHSC vinden als zelfstandige club nieuw elan en ook RKHSC legt eindelijk weer wat ambities aan de dag.

Na het afketsen van de fusie treedt er met Jan Eijsink een voorzitter aan die net als Huisintveld eerder een belangrijk stempel op de club drukt. Eijsink wordt in 1928 lid van HAC en speelt in het eerste jeugdelftal dat de club op de been brengt. Maar liefst 23 jaar blijft hij voorzitter en hij maakt dus de sprong mee van de vierde klasse naar de hoofdklasse en ook de grote groei die de club op andere gebieden doormaakt. Bij zijn aftreden blijft hij aan als erevoorzitter en wordt hij definitief Mister HSC. Op 24 juni 2000 overlijdt hij op 84-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
 

 
Jan Eijsink, mister HSC.

Alle ontwikkelingen zorgen ervoor dat er meer dynamiek komt binnen de vereniging. Het aantal (jeugd)leden neemt sterk toe, er wordt een supportersclub opgericht, het clubblad verschijnt voor het eerst, er wordt een jeugdtoernooi georganiseerd (vernoemd naar Huisintveld) en de spelersgroep wordt ververst met spelers van buitenaf. De meest in het oog springende verandering is echter de nieuwe naam. De verzuiling van de maatschappij wordt in de jaren zestig door de tijdgeest ingehaald. Reden voor RKHSC om zich van het katholieke stigma te ontdoen. Als vereniging voor alle voetballers gaat de club daarom verder als HSC'21.

1970-1990
Vijf jaar na de afgeketste fusie begint de grote opmars. De club groeit als kool en parallel daaraan gaat het met de prestaties van het eerste elftal ook crescendo. De jaren '70 kunnen worden gekenmerkt als het decennium van de grote sprong voorwaarts. In 1971 kan voor het eerst sinds exact 30 jaar weer de kampioensvlag worden gehesen. De "aangetrokken" spelers Gerrit Volmer en Dick Reekers spelen een belangrijke rol. Alsof het een bevrijding is van een loden last voetbalt HSC'21 zich in een mum van tijd omhoog. In 1973 wordt het kampioenschap van de derde klasse gevierd, in 1976 gevolgd door de titel in de tweede klasse.

Ook organisatorisch moet er in die jaren wel aan de weg getimmerd worden om de groei van de vereniging in al haar geledingen in goede banen te leiden. Er verrijst een nieuw clubgebouw, het aantal velden breidt zich uit tot vijf en in 1979 wordt langs het hoofdveld zelfs een heuse zittribune gebouwd met een capaciteit van een kleine driehonderd plaatsen.

Met de promotie naar de eerste klasse lijkt HSC'21 te zijn beland op het niveau waar het thuishoort. Een vaste stek in de middenmoot van de eerste klasse wordt bezet, met af en toe een kleine uitschieter naar boven of beneden. Maar in het seizoen 1983-1984 gaat HSC'21 - tot veler verrassing - vanaf de eerste competitiedag aan de leiding om deze het hele seizoen niet meer af te staan. Voor het eerst in de historie bereikt HSC'21 de hoogste afdeling van het amateurvoetbal. Een prestatie die amper voor mogelijk wordt gehouden, ook al omdat het elftal inmiddels weer volledig bestaat uit spelers die voortkomen uit de eigen jeugd.

Doordat het kampioenschap als een grote verrassing wordt gezien reikt het doel in de hoofdklasse niet verder dan handhaving. Een streven dat tot verbazing van vriend en vijand met speels gemak wordt bereikt. Voornamelijk in het eerste jaar in de hoofdklasse weet HSC'21 voor Haaksbergse begrippen ongekende mensenmassa's naar het Scholtenhagen te lokken. Toeschouwersaantallen van ruim 1.500 zijn eerder regel dan uitzondering. HSC'21 leeft als nooit tevoren. Vandaar dat er snel plannen ontstaan voor de bouw van een overdekte staantribune aan de lange zijde. Iets dat dankzij de inzet van de onvermoeibare vrijwilligers in 1987 wordt gerealiseerd, evenals de aanleg van een talud aan de zijde van de zittribune. Hiermee krijgt het hoofdveld meer en meer een stadionachtige uitstraling.
 

 
Het kampioensteam van 1984 dat HSC'21 voor het eerst naar de hoofdklasse bracht.

Het toeval wil dat uitgerekend het hoogtepunt uit de clubhistorie (tot dat moment althans) wordt gevierd op het tweede veld. Na het succesvolle debuut in de hoofdklasse heeft HSC'21 bijna elk seizoen de grootst mogelijke problemen om sportief gezien het hoofd boven water te houden. Enkele keren is een miraculeuze eindsprint nodig om het hoofdklasserschap weer met een jaar te verlengen. Zo ook in het seizoen 1988-1989 als HSC'21 na driekwart van de competitie weer rond de bekende degradatiestreep bivakkeert. Vanaf het moment dat er uitgeweken moet worden naar het bijveld (het hoofdveld krijgt een nieuwe grasmat) ondergaat het elftal een ware metamorfose. Van de laatste negen wedstrijden werden er acht in winst omgezet. Omdat de nivellering in de hoofdklasse groter is dan ooit mag HSC'21 zich na 26 wedstrijden zowaar kampioen noemen. Een jaar later blijkt ondubbelzinnig dat het een uitschieter is geweest. HSC'21 bungelt weer vertrouwd aan de staart van het klassement en uitgerekend een jaar na het kampioenschap blijkt degradatie onafwendbaar.

1990-2004
Het kampioenschap van 1989 heeft schijnbaar zodanig naar meer gesmaakt dat zich vanaf dat moment langzaam maar zeker een cultuuromslag voltrekt. Tot dat moment is HSC'21 een club die weliswaar prestatief ingesteld is, maar niet ten koste van alles. Spelen met spelers die uit de boezem van de club komen is de regel, spelers die van buitenaf komen een uitzondering. De professionalisering komt echter langzamerhand op gang. Een grote hoofdsponsor (Haarman Transport), steeds meer spelers van buitenaf, perspresentaties en het uitspreken van ambities maken dat de uitstraling van HSC'21 aan verandering onderhevig is. Op de jaarvergadering van 1990 wordt het steven om structureel in de hoofdklasse mee te doen (desnoods met spelers van buitenaf) officieel bekrachtigd. Omdat de bron van talent binnen de eigen vereniging juist in die periode behoorlijk droog begint te vallen betekent dit dat de selectie in een paar seizoenen tijd een grote metamorfose ondergaat.

Deze cultuuromslag gaat uiteraard niet zonder slag of stoot. Veel HSC'ers hebben moeite met de ideeën van het vooruitstrevende bestuur. Het zo zorgvuldig opgebouwde imago van de gezellige club waar iedereen gelijk is en waarin het eerste elftal herkenbaar is en speelt met een ongebreidelde inzet en werklust wordt volgens sommigen te makkelijk opzij geschoven. Velen vrezen bovendien dat het zwaartepunt teveel op het eerste elftal komt te liggen en dat het recreatieve gedeelte van de vereniging daarvoor moet bloeden.

Aanvankelijk is de uitvoering van het nieuwe beleid ook nogal ongelukkig. De eerste selectie verandert in een duiventil, er werden spelers gehaald die niet passen bij de cultuur van de club en de resultaten blijven (ondanks de directe terugkeer naar de hoofdklasse) matig. Vanaf het midden van de jaren '90 gaat het crescendo. De vooruitstrevende en gewiekste sponsorcommissie doet uitstekend werk, het voetbaltechnische beleid wordt meer doordacht en stabiel en - last but not least - er worden betere spelers aangetrokken. De kritiek begint vanaf dat moment dan ook langzaam te verstommen.

In 1996 strandt HSC'21 nog op een vijfde plaats, maar is er al duidelijk sprake van nieuw élan. In 1997 wordt het 'nieuwe' HSC'21 voor het eerst afdelingskampioen, in 1999 gevolgd door het absolute sportieve hoogtepunt van de club. Op het veld van amateurvoetbalbolwerk IJsselmeervogels wordt in het bijzijn van zo'n duizend uitzinnige Haaksbergse supporters op Hitchkock-wijze de algehele amateur-titel behaald. Eerder al wordt op niet minder bizarre wijze het zondagkampioenschap bereikt, nadat tegen Argon in de laatste minuten een 2-1 achterstand wordt omgebogen in een beslissende 3-2 overwinning.
 

 
Dennis Sepp heeft zojuist de gelijkmaker gescoord in de beslissende wedstrijd tegen IJsselmeervogels.


De honger naar succes is na het topjaar 1998-1999 nog niet gestild. In 2000 kan ook de districtsbeker in de steeds beter gevulde prijzenkast worden bijgezet, in 2001 en 2003 gevolgd door het derde en vierde afdelingskampioenschap in zes seizoenen. Daarmee is de koek nog niet op. Een seizoen later in 2004 staat HSC'21 na vijf jaar weer in de finale van het amateurkampioenschap. Nadat het kampioenschap van de hoofdklasse C al vroeg is veiliggesteld, wordt in de strijd om de zondagtitel afgerekend met Baronie en Türkiyemspor. In de zinderende finale tegen het Katwijkse Quick Boys blijkt de zaterdagkampioen net te sterk (3-3 in Katwijk, 2-4 na verlenging in Haaksbergen). Het is de laatste oprisping van een gouden generatie, want vijf belangrijke basisspelers vertrekken bij HSC'21.

2004-heden
Er moet dus aan een nieuw team worden gebouwd dat op termijn weer mee kan gaan doen om de prijzen. Dat proces gaat met vallen en opstaan. In 2010 mist HSC'21 de sprong naar de nieuw opgezette topklasse door een zeldzaam zwak seizoen. Juist nadat er schoon schip is gemaakt en veel "dure" spelers zijn vervangen door talenten uit de eigen jeugd gaat het een jaar later beter. Met een jonge selectie wordt verrassend het kampioenschap behaald en met een jaar vertraging wordt zo alsnog de Topklasse bereikt. In die Topklasse is HSC'21 de eerste twee seizoenen een goede subtopper, maar gaat het daarna een stuk moeizamer. Tot twee keer toe wordt pas op de laatste speeldag handhaving veilig gesteld. In 2016 is er opnieuw een competitiehervorming en opnieuw mist HSC'21 net de boot. Er is een beslissingsduel voor nodig tegen UNA, maar daardoor die verloren gaat mist HSC'21 de nieuw gevormde Tweede Divisie. Voor het tweede seizoen op rij komt HSC'21 nu uit in de Derde Divisie.
 

 
HSC'21 viert de titel in de hoofdklasse C in 2011.
 
Sinds de eeuwwisseling is de eigen jeugd weer meer en meer de levensader van de club geworden. En dat heeft voor een belangrijk deel de recente succesen mede bepaald. Al geruime tijd spelen alle selectie-juniorenteams op divisieniveau en sinds een jaar of tien komen steeds meer spelers uit de jeugd bovendrijven in de eerste selectie. De laatste seizoenen is het geen uitzondering meer dat de helft van het basisteam uit (deels) zelf opgeleide spelers bestaat. Ook de successen van het tweede elftal (heel veel kampioenschappen vanaf 2007 en successen in de districtsbeker) zijn voor een belangrijk deel te danken aan de grotere stroom talenten uit de eigen jeugd.

In 2005 is HSC'21 een van de eerste clubs die overstappen op kunstgras. Gelijktijdig wordt ook de aankleding van het veld werd aangepakt (met een mooie nieuwe hoofdtribune als pronkstuk). Inmiddels heeft de club last van de wet van de remmende voorsoprong en in 2018 zal het hoofdveld en de lichtinstallatie verbieuwd worden.

De ontwikkelingen van de laatste jaren tonen aan dat HSC'21 nog altijd springlevend is. Met een fraaie accommodatie, een talentvol eerste elftal met veertien spelers uit de eigen jeugdopleiding, een gezonde jeugdafdeling en een gezellige seniorentak kan HSC'21 de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet zien.

Prijzenkast
HAC
1928 Kampioen 1e klasse RKUVB
1930 Kampioen 2e klasse RKIVCB (geen promotie)
HVC
1936 Kampioen 3e klasse RKUVB
1937 Kampioen 2e klasse RKUVB
1939 Kampioen 1e klasse RKUVB
HSC'21
1971 Kampioen 4e klasse KNVB
1973 Kampioen 3e klasse KNVB
1976 Kampioen 2e klasse KNVB
1984 Kampioen 1e klasse KNVB
1989 Kampioen hoofdklasse KNVB
1997 Kampioen hoofdklasse KNVB
1999 Kampioen Hoofdklasse KNVB
1999 Kampioen zondagamateurs
1999 Algeheel amateurkampioen
2000 Winnaar districtsbeker Oost
2001 Kampioen hoofdklasse KNVB
2003 Kampioen hoofdklasse
2004 Kampioen hoofdklasse
2004 Kampioen zondagamateurs
2005 Winnaar districtsbeker Oost
2010 Winnaar districtsbeker Oost
2011 Kampioen hoofdklasse
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!